Is
fatsoen een deugd, of alleen een norm, dwz een regel voor gedrag? Heeft fatsoen
te maken met zaken als veiligheid en vertrouwen, of alleen met je voeten vegen
als je binnenkomt? De columnist pleit in de krant voor een herwaardering van
fatsoen als publieke deugd. Een waardenoriëntatie die we nodig hebben in het
sociale verkeer. Een zorgzame waarde die rekening houdt met het goede voor
allen in iedere situatie. De oude Grieken noemden dat ‘hosios’ en de moraal-filosoof
Adam Smith noemde het ‘propriety’ en in het recente wetgevend kader voor
bestuurders van financiële instellingen heet het: betamelijk gedrag. Daarmee
wordt expliciet bedoeld: handelen in het belang van de gemeenschap, en dat is
(veel) meer dan je alleen houden aan de wet.
Is dat wat wij verstaan onder fatsoen: het goede
doen met het oog op alle betrokkenen? Of heeft fatsoen voor ons toch meer te
maken met voeten vegen? Wat is dat: fatsoen? Wat verstaan we daaronder?