Klimaatcrisis: goedgemutst ten onder?

Paniek over de effecten van klimaatcrisis en afnemende biodiversiteit lijkt uit te blijven.
Sluiten we moedwillig onze ogen voor deze dreigende ramp?

René ten Bos

hoogleraar Filosofie Managementwetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen en voormalig Denker des Vaderlands

Nooit eerder was het warmer in Nederland dan deze zomer. Het noordpoolgebied werd geteisterd door hevige bosbranden die uitzonderlijk lang aanhielden. Orkaan Idai verwoestte grote delen van Mozambique. De opwarming rond de  Noordpool gaat sneller dan voor mogelijk werd gehouden. Het is een kleine greep uit de grote effecten van klimaatcrisis dit jaar. Niet alleen het uitsterven van dieren en planten dreigt, ook het overleven van de mens staat op het spel.
Maar beseffen we ons dit voldoende, vraagt René ten Bos zich af. Waarom lijkt het alsof uitsterven ons koud laat? Zien we de aanstaande catastrofe niet? Of sluiten we er moedwillig onze ogen voor omdat we niet bereid zijn onze kwetsbaarheid te erkennen?

In zijn boek Extinctie (2019) gaat het niet zozeer om het verdwijnen van het laatste exemplaar van een bepaalde soort, maar beschrijft hij veeleer een proces van ‘uitdoven’. Niet alleen het voortbestaan van planten en dieren staat op het spel, maar ook dat van onszelf. In zijn eerdere boek Dwalen in het antropoceen (2017) laat hij zien hoe door de mens een gevaarlijke, aardkloot-omvattende situatie is ingetreden, het Antropoceen.

Het werk van Ten Bos kenmerkt zich vaak door zware thema’s die hij dikwijls met humor en blijmoedigheid benadert. Hij schreef over de verhouding tussen mens en dier, over de ecologische catastrofe die de mensheid heet, over de ondoorzichtige transparantie van water, maar ook over bureaucratie, gestes en tal van andere onderwerpen. Ten Bos is verre van een boeteprediker die de waarheid in pacht heeft. Hij is meer een zoeker, geen vinder en put daarbij uit werken van diverse filosofen. Hoe blijmoedig ook, complexiteit zal Ten Bos nooit schuwen. Snelle oplossingen zijn er volgens hem niet. Daarom heeft hij een hekel aan moraalridders die menen voor alles een snelle oplossing te hebben Hij ziet de mens als onderdeel van een flow: hij kan niks anders dan meebewegen. Daarmee is hij sceptisch over de hoop van de milieubeweging. Een zeker pessimisme  als broodnodige correctie hierop is volgens hem onmisbaar. In zijn boeken verwijst hij ondermeer naar de denkers Steven Pinker, die optimistisch is, en zijn tegenpool David Benatar, die de menselijke geschiedenis schetst in doembeelden. Een glas water,  zo weet de scepticus, is niet half vol of half leeg. Het is beide tegelijk. Als voormalig Denker des Vaderlands tracht hij een brug slaan tussen de inzichzelfgekeerdheid van de filosofie en maatschappelijke vraagstukken zonder daarbij de zaak nodeloos te vereenvoudigen.

Schuiven naar boven